top of page

69

Wat is er bekend over de persoon van de Messias?s

Dat Hij mens en Gods Zoon moest zijn.n

Psalmen 2:2-7

Spreuken 30:4

Mattheüs 3:16-17

Openbaring 22:16

70

Hoe zinspeelden de profeten erop dat Hij mens zou zijn?n

Ze noemen Hem nageslacht van de vrouw, nageslacht van Abraham, nageslacht en scheut van David, tak van Jesse, en tenslotte mens.s

Galaten 3:16

Genesis 3:15

Genesis 22:18

Jesaja 11:1-2

Jeremia 23:5

Psalm 89:4-5

2Samuël 7:12-15

Daniël 7:13-14

71

Wat zei God tegen de slang ten overstaan van Eva?a

Ik zal haat brengen tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en haar nageslacht. Hij zal jouw hoofd vermorzelen en je Zijn hiel.l

Genesis 3:15

72

Hoe heeft God Zijn belofte gehouden?n

Aan het kruis, waar Jezus de doodstraf voor de zonde van Zijn discipelen op Zich nam en zo elke basis verwijderde van Satan om hen opnieuw te beschuldigen en te beschamen of om hen te blijven beheersen door de angst om te sterven.n

Psalm 22

Romeinen 8:1-2

Kolossenzen 2:13-15

Openbaring 12:10-11

Hebreeën 2:14-15

1Johannes 2:1-2

Jesaja 38:17

73

Wat beloofde God aan David?d

Ik zal je nageslacht na jou doen opstaan, dat uit je ingewanden zal voortkomen, en Ik zal Zijn koninkrijk oprichten. Hij zal een huis bouwen aan Mijn naam, en Ik zal de troon van Zijn koninkrijk voor eeuwig bestendigen. Ik zal een vader voor Hem zijn en Hij voor Mij een zoon, die Ik zal oordelen met een roede van mensen en mensenzwepen als Hij kwaad doet. Maar Mijn genade zal niet van Hem wijken.n

2Samuël 7:12-15

Psalm 89:3-4

74

Heeft Salomo geen huis voor God gebouwd?d

Ja, en zijn koninkrijk overleefde zijn dood niet.t 

1Koningen 12

75

Wiens koninkrijk zal God dan voor eeuwig bestendigen?n

Het geestelijke koninkrijk van de Messias. God Zijn Vader veroordeelde Hem één keer voor de zonde van Zijn volk en deed Hem drie dagen later al herrijzen. Zoveel hield Hij van Hem en zo weinig kwaad had Jezus gedaan tijdens Zijn leven, namelijk geen kwaad.d

Psalm 69:4

Jesaja 53

Markus 1:15

Lukas 2:49

2Korinthiërs 5:21

76

Wat staat er in Daniël?l

Ik zag in een nachtvisioen lijkend op een man komen met de hemelwolken. Hij reikte tot de Oude van dagen. Zij brachten Hem voor Hem. Hem werd heerschappij, glorie en koningschap gegeven. Alle volken, naties en tongen zullen Hem aanbidden. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die niet zal vergaan. Zijn koninkrijk zal niet worden vernietigd.d

Daniël 7:13-14

77

Wanneer begon het eeuwige Koninkrijk van de Messias?s

Veertig dagen na Zijn herrijzenis uit de doden, toen de Heer Jezus de troon van het Koninkrijk der Hemelen besteeg.g

Handelingen 1:9-11

1Petrus 3:22

78

Wat zei God dan tegen de Messias volgens David?d

Woord van de Heer aan mijn Heer: Zit aan Mijn rechterhand totdat Ik Je vijanden tot Je voetbank maak.k

Psalm 110:1

79

Aan wie behoort de troon in de hemel en op aarde?e

Aan God alleen: God, Je troon zal eeuwig zijn. De scepter van Je koninkrijk is een scepter van gerechtigheid. Je hield van gerechtigheid en verafschuwde het onrecht. Daarom, God, zalfde Jouw God Jou met vreugdeolie meer dan Je vrienden.n

Psalmen 45:6-7

1Samuël 12:12

Jesaja 42:8

Ezechiël 20:33

80

Maar hoe mag een mens dan op de troon van de hemel zitten?n

Omdat de Messias God zelf is en niet zomaar een mens. De Heer Jezus is erfgenaam van alles en geeft gul aan Zijn vrienden.n

Johannes 10:33

Psalmen 68:18

Johannes 17:22

Hebreeën 1:2

81

Hoe zinspeelden de profeten erop dat de Messias mens en ook Zoon van God moest zijn?n

Door paren van namen. Ze noemden Hem tegelijk: scheut van David en de Heer-onze gerechtigheid, tak en wortel van Jesse, kind en machtige God, God met ons.s

Jeremia 23:5-6

Jesaja 11:1-10

Jesaja 9:5

Jesaja 7:14

Openbaring 22:16

82

Als de Messias God met ons is, waarom ging Hij hier weg?g

Alleen voor ons bestwil, totdat Hij voor Zichzelf een volk klaar smeedt voor de ogen van Zijn vijanden – een nieuwe mensheid voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: Je bent opgevaren in de hoogte, nam de gevangenschap gevangen en geschenken voor de mensen.n

Psalm 23:5

Psalmen 68:18

Zacharia 13:9

Johannes 16:7-15

Jesaja 43:1-7

83

Welke geschenken gaf Jezus Zijn discipelen?n

Vooral de Heilige Geest om ons in Zijn familie op te nemen en ons eeuwig leven na te laten.n

Johannes 1:12

Johannes 17:23

Johannes 3:1-3

Johannes 3:16

Johannes 10:28-30

84

Wanneer stuurde Hij Zijn Geest uit op de discipelen?n

Op Pinksteren, vijftig dagen na het Paasfeest, waarop de Messias Zichzelf offerde.e

Lukas 24:49

Handelingen 1:4-8

Handelingen 2

85

Wat doet God de Heilige Geest in je?e

De Heilige Geest baarde me opnieuw en begeleidt me tot in alle eeuwigheid. Hij reinigt me van mijn zonden door me te doen luisteren en volharden in het geloof dat Jezus telt als mijn rechtvaardigheid. Hij verenigt me met Hem en Zijn volk en bevestigt mijn geloof door Zijn Woord en de verbondstekenen: doop en avondmaal. Hij leidt mijn gedachten en helpt me bidden en aanbidden om me beetje bij beetje te troosten, te genezen en te transformeren naar het beeld van de Messias.s

Johannes 14:16-17

Romeinen 8

Johannes 17:21-23

1Korintiërs 6:11

2Korintiërs 3:18

Markus 14:24

Johannes 6:51

Romeinen 6:3-4

Kolossenzen 1:15

Jesaja 26:12

Persoon van de Messias

bottom of page